top of page

Fallen Angel...

Met deze tekst heb ik op prozaïsche wijze proberen duidelijk maken hoe ik mij in nesten werkte toen mijn eerste Boerboel, Angel, nog een pup was...
Ze was een enige pup, die dus opgroeide zonder broers of zusjes. Door haar mama werd alles getolereerd en tot haar twee maanden groeide ze op bij de fokker thuis, waar elke bezoeker haar op schoot tilde. Dan werd ze opgehaald door mij om haar thuis dan nog eens op een voetstuk te plaatsen zo hoog, dat ikzelf er haast niet meer over heen kon kijken...
Want nog nooit had ik zo'n mooie, zo'n lieve perfecte pup als Angel.
Maar Angel leerde mij al heel snel dat ik fout bezig was, dat ik vrijwillig de teugels aan haar overgaf, kortom: het was 5 voor twaalf dat ik iets zou gaan leren over 'hondentaal'...

Ik aanbad de pup en de pup aanbad mij: waar de pup was, was ik en waar ik was, was de pup...

De pup groeide, en zo groeide ook onze band. We werden onafscheidelijk.
Maar dan kwam de dag dat de pup allang geen pup meer was, maar een rebelse puber... en alles werd bedekt met de mantel der liefde.
Elke streek, elke overtreding werd door de vingers gezien, want:

ze was toch zo lief, meneer...

Dat waren de dagen dat ik zong van: 'Heaven must be missing an Angel' !

En toen, opeens, was Angel geen 'angel' meer, en het kwam zo langzaam, zo op kousenvoeten, dat ik het pas besefte toen het hek volledig van de dam was.

Het was zo zielig, meneer, als Pup een ganse dag alleen moest zijn... Pup wilde dan op schoot, maar was daarvoor toch al wel een beetje groot...
Dus: ging Baas op de grond, en Angel werd... BAAS.

Want éigenlijk zou dit stukje 'Fallen Leader' moeten heten, want Angel nam alleen wat haar met beide handen werd opgedrongen: het leiderschap, en ze was er niet eens echt gelukkig mee.

Als ik haar riep, liep ze weg, als ze ergens gezellig lag mocht ik er niet meer bij, als ik haar wilde verzorgen werd er gegromd en gedreigd: 'Heaven' was ver...

En toen werd ik boos, zo boos, dat ik geen hond meer wilde zien, geen Angel meer in mijn buurt wilde.

En Angel dacht na...
Dacht na over die onbegrijpelijke persoon die baas was en geen baas wilde zijn, maar toch ook geen leiderschap duldde.

God zij dank heb ik een hond met een gouden karakter, een hond die fouten vergeeft, een die slim genoeg is om waar te kiezen voor haar geld: nu is ze weer mijn (weliswaar 'overgroeide') Pup, een gelukkige, speelse hond.

En we hebben er allebei van geleerd: hoe dun het ijs kan zijn, hoe smal de streep; het ene moment gaat alles nog goed, het volgende zak je door het ijs, stap je over de lijn en zit alles goed fout!
We hebben een tijdje op lange poten langs mekaar heen gelopen en rond mekaar gedraaid, onwennig, bang om weer in de fout te gaan...

We zijn nu alweer een hele tijd verder:

ik hou nog steeds heel veel van mijn hond, en mijn hond aanbidt mij...

copyright Carine Bollen

Angel haalde de gezegende leeftijd van 13,5 jaar, een zalige hond, zij het eentje met een beetje een 'handleiding', maar die zoals ik ooit tegen haar fokker zei: haar gewicht in goud meer dan dubbel en dik waard was.
Een schitterende Boerboel, waaks, alert, super-gehoorzaam, schattige moeder voor haar pups...

Voor hetzelfde geld, als ik niet had geluisterd naar mijn innerlijke stem, haar uiterlijke stem en de goede raad van mijn fokker, zou ze waarschijnlijk nooit die gezegende leeftijd hebben bereikt...
Ze wordt tot de dag van vandaag nog schrijnend gemist.

bottom of page