top of page

(Grote-)hondenproblematiek

Mogelijk fokverbod op vier rassen in Nederland. Verbod op kruisingen en honden zonder stamboom bij bepaalde rassen in Frankrijk. In België een lijst van gevaarlijke rassen en gemeentelijke verordeningen die het houden van bepaalde rassen beperken of verbieden. En natuurlijk niet te vergeten Duitsland, waar een ware heksenjacht losgebarsten is tegen bepaalde rassen en eigenlijk tegen min of meer grote honden in het algemeen. In sommige deelstaten verplicht men de eigenaar een jaarlijkse hondenbelasting te betalen van om en bij de 1000 euro, wat voor de meeste eigenaars neerkomt op een houdverbod.

Geen bemoedigende vooruitzichten voor een groot deel van de hondenwereld in Europa.

Waarom zijn al deze problemen er nu? Is onze samenleving te dicht bevolkt en worden mensen daarom minder tolerant? Is het omdat er ongelukken gebeurd zijn? Geeft het groepje macho's die zich door hun hond een imago van stoerheid willen aanmeten, dan zo een negatief beeld van de hond en zijn eigenaar dat iedereen over dezelfde kam geschoren wordt?

Of zijn wij als hondenliefhebbers allemaal schuldig omdat wij mensen die onze liefde voor de dieren niet delen, ongewild bang maken en ongemak bezorgen?

Wat kunnen we doen om het beeld dat de samenleving van ons en onze honden heeft ten goede te keren? Om een antwoord te geven op deze vraag, is het belangrijk om weten waar we zelf in de fout zijn gegaan en dat misschien nog steeds doen. Het is veel te gemakkelijk om bepaalde instanties, groeperingen of personen met de vinger te wijzen en niet naar onszelf te kijken.

Wat we zeker kunnen doen is zelf onze verantwoordelijkheid nemen, zowel als eigenaar, als fokker en als club en hiermee een optimale integratie van de Boerboel in onze samenleving proberen te verkrijgen.

Als Boerboelliefhebbers zijn we gewend aan grote, krachtige honden en staan we er niet altijd bij stil dat een Boerboel toch wel zeer imposant, en soms bedreigend overkomt op de meeste mensen.
Wij kunnen er misschien meer op letten om situaties te vermijden waar mensen dat ongemakkelijke gevoel krijgen, bv een markt of een drukke winkelstraat. Op zich kan een Boerboel deze situatie best aan mits de baas voldoende zorg heeft besteed aan opvoeding en training, en hij ook heel goed weet hoe zijn hond zal reageren op bepaalde prikkels. Jammer genoeg hebben sommige eigenaars nog een verkeerd beeld van het karakter van hun hond, meestal omdat zij een nog jonge hond hebben die mentaal nog niet volwassen is (jonger dan drie jaar). Zo krijg je dan reacties van de hond die totaal onverwacht zijn voor het baasje, bv een opgroeiende reu die uitvalt naar een andere reu in een drukke winkelstraat met als gevolg dat voorbijgangers alle kanten opstuiven. Onbedoeld en onverwacht voor de baas, maar voor de passanten die de schrik van hun leven hebben opgedaan is dit zeker een bevestiging van hun idee dat grote honden gevaarlijk zijn. Winkelwandelstraten, markten enz zijn überhaupt niet de favoriete plekken voor een Boerboel en misschien doen we hem, het ras en de mensen in de straat een plezier door hem niet mee te nemen op dergelijke drukke plaatsen.

Nu kan je zeggen: als mensen bang zijn van mijn hond is dat hun probleem. Dat is vandaag misschien zo, maar morgen zal het ONS probleem worden als de publieke opinie voor een groot stuk zal bepalen hoe het verder gaat met ons ras.

Ook al brengen we onze Boerboel niet in stresserende situaties is het toch nodig dat wij tenminste een elementaire opvoeding of training aan onze hond geven. De mate van training  hangt natuurlijk af van wat je zelf verwacht van je hond, maar zelfs al komt de hond niet buiten is het toch nodig om een correcte sociale rangorde op te bouwen in het gezin. Het feit dat u baas bent en niet de hond, dat de hond weet dat ook de kinderen hoger geplaatst zijn dan hijzelf, zal in grote mate bepalend zijn voor de wijze waarop hij zal reageren in een bepaalde situatie en voor de mate van controle die u over hem kan uitoefenen.

Deze rangorde moet dagelijks worden bevestigd door de wijze waarop u met de hond omgaat.

Het zijn de kleine dingen die het verschil maken, bv een hond komt naar u toe en niet omgekeerd, u eet eerst en dan pas uw hond, u heeft letterlijk een hogere rustplaats dan uw hond. Als de hond u niet als meerdere beschouwt zal hij zelf reageren op een bepaalde situatie, gewoon omdat hij vindt dat hij dat kan en zelfs moet vanwege zijn plaats in de hiërarchie. Een interessant boekje in dit verband is:

'Een hond opvoeden zonder training' van Eric Sannen.

Hoe kunnen mensen nu weten wat ze in huis halen met een Boerboel en hoe zij ermee moeten omgaan. Uiteraard zijn zij met een fokker in contact gekomen en van deze fokkers mogen wij toch wel verwachten dat zij de mensen zo goed mogelijk hebben geïnformeerd over de eigenheid van de Boerboel, het gedrag dat zij mogen verwachten en hoe hiermee om te gaan. Nog belangrijker dan het nastreven van de rasstandaard en een zo gezond mogelijke hond proberen te fokken is de verantwoordelijkheid van de fokker bij de verkoop van zijn pups.

Als mensen niet dit type hond zoeken mag hen dit zeker niet aangesmeerd worden onder valse voorwendsels. Eerlijke en volledige informatie over het ras is een noodzaak om later problemen te vermijden. De fokker moet het ras ook beschermen door niet zomaar aan iedereen te verkopen om enerzijds sommige mensen tegen zichzelf te beschermen en anderzijds om de Boerboel uit handen te houden van mensen met minder goede bedoelingen. Daarbij komt nog dat de fokker het individuele karakter van zijn pups hoort te kennen en hiermee rekening dient te houden bij de begeleiding van toekomstige eigenaars, zeker op het moment van het uitkiezen van een pup. Het karakter van een pup hoort te passen bij de verwachtingen en de levenswijze van zijn nieuwe familie. Zo hoort bv een dominante pup niet thuis in een gezin met kinderen. Als het karakter van een pup té dominant of niet te combineren is met de toekomstige eigenaars hoort de fokker deze pup niet te verkopen.

De kans dat het misgaat op deze punten is niet denkbeeldig en zal alleen maar toenemen als er meer gelegenheidsfokkers komen. Hiermee bedoel ik mensen die eens een nestje willen fokken voor de lol of waarom dan ook. Hier zal zich het probleem stellen dat de pups persé weg moeten want vijf pups van negen weken oud in de berging is toch niet te onderschatten. En de honden zelf houden gaat ook niet want geen plaats of wat dan ook. Mochten hier pups bij zijn met asociale of te dominante karakters is de kans groot dat de fokker dit niet beseft en zo ja, dat hij ze toch laat vertrekken omdat ze nu eenmaal weg moeten. En onder het moto 'och dat arme beestje' zal men deze honden zeker niet laten inslapen, met jammer genoeg alle problemen achteraf als gevolg. Als de pups dringend weg moeten zal er van selectie van toekomstige eigenaars natuurlijk ook niet veel in huis komen.

Al deze dingen gelden nog meer voor fokkers die alleen geïnteresseerd zijn in productie van Boerboels en de winst die ze hiermee willen maken. Dit is nog veel erger omdat deze mensen zich niet kunnen beroepen op onwetendheid of gebrek aan kennis of ervaring.

Vanuit de clubs zullen wij de nodige stappen moeten ondernemen om naar zowel eigenaars als naar fokkers een degelijke begeleiding te verzekeren. Voor de clubs zal het dan ook een prioriteit moeten zijn om nog meer volledige informatie ter beschikking te stellen aan mensen die de aanschaf van een Boerboel overwegen en nog een betere begeleiding te voorzien voor diegenen die reeds een Boerboel hebben.

Zoals gebleken uit de reacties van verschillende mensen hebben wij op de door clubs georganiseerde evenementen een te braaf en eenzijdig beeld van de Boerboel geven. Mensen vertrekken daardoor met de verkeerde verwachtingen en komen dan soms voor problemen te staan. Misschien gaan wij er ook van uit dat het voor iedereen even gemakkelijk en vanzelfsprekend is om met een grote hond om te gaan. De praktijk heeft ons geleerd dat we juist van het omgekeerde moeten uitgaan en dat een cursus over correcte omgang met honden zeker op zijn plaats zou zijn voor mensen die een Boerboel hebben of willen hebben.

Als de clubs als gerespecteerde rasverenigingen willen optreden zullen zij uiteraard moeten voorzien in een degelijk fokbeleid zowel wat betreft uiterlijk als gezondheid. Dit is heel belangrijk voor het ras en zal veel tijd en een visie op lange termijn vragen. Maar als we niet eerst werk maken van de problematiek rond gedrag en omgang met honden  zullen we waarschijnlijk niet de tijd en de mogelijkheid krijgen om het ras te verbeteren op vlak van gezondheid of het beantwoorden aan de rasstandaard. Als er een ongeluk gebeurt  met een Boerboel zal het voor het grote publiek en de media geen verschil maken of deze hond vrij is van erfelijke ziekten en 90% behaalde op de keuring. Het ras zal met de vinger gewezen worden ondanks alle inspanningen die gedaan zijn op andere vlakken zoals gezondheid enz. Het is en blijft een kwestie van onze eigen verantwoordelijkheid op te nemen, ieder op zijn niveau, om de Boerboel te kunnen behouden in onze samenleving. De Boerboel, en wat dat betreft ieder ander ras, is teveel waard als vriend en levensgezel voor een heleboel mensen om er geen zorg voor te dragen dat mensen ook nog in de toekomst kunnen genieten van het gezelschap van hun hond en dat dit tevens op een voor de samenleving aanvaardbare manier kan.

Tekst copyright Jos Decoster (Lionheart Boerboels)
Met dank voor de toestemming zijn tekst te mogen gebruiken.

bottom of page